EN-GJL-200
Gietijzer met lamellengrafiet
Gietzijer met lamellengrafiet bevat 2,6 tot 3,6% koolstof, dat als grafiet in de vorm van fijne lamellen in het basismateriaal aanwezig is. Deze lamellen doordringen het gegoten materiaal met een fijn naaldachtig netwerk en zorgen er door het kerfeffect voor dat het een relatieve lage sterkte heeft en broos is.
Gietijzer met lamellengrafiet kan aan verschillende warmtebehandelingen (zoals harden, nitreren, ontlaten) worden onderworpen om de eigenschappen te verbeteren. Bij warmtebehandelingen heeft een hoog percentage perliet in de basisstructuur een positief effect.
Giettype | Gietijzer met lamellengrafiet |
Grondstofnr. | EN-JL-1030 |
Amerikaanse norm (AISI) | No 20 B |
DIN EN 10027-2 | 5.1300 |
Korte naam | EN-GJL-200 |
Oude benaming | GG20 DIN 1561 |
Samenstelling [%] | C: 2,95-3,45 Si: 2,10-2,90 Mn: 0,55-0,75 P: 0,10-0,20 S: 0,04-0,07 |
Dichtheid [g/cm³] | 7,15 |
R0,2 N/mm² Rekgrens | - |
0,1% -Rekgrens Rp0,1 N/mm² | 130-195 |
Treksterkte Rm [N/mm²] | 200-300 |
Brinell-hardheid HB30 Proefstuk <30mm | 180-220 |
Breukrek A % | 0,8-0,3 |
E-modulus E KN/mm² | 88-113 |
Druksterkte Sdb N/mm² | 720 |
Behandelbaarheid | zeer goed |
Lasbaarheid | beperkt, lasbaar met speciale elektroden |
Drukvastheid | goed |
Noodloopeigenschap | goed |
Thermische geleiding | goed |
Dempingseigenschap | goed |
Gietbaarheid | zeer goed |
Overige eigenschappen | - |
microstructuur | Ferritisch/perlitisch |
Hoofdtoepassingen |
|
Deze gegevens zijn richtwaarden waarvan wij de juistheid niet kunnen garanderen. De eigenschappen van stalen materialen zijn in hoge mate afhankelijk van hun thermische en/of mechanische behandeling.